Zijn handen spreken voor zich

“Firas Marsho (31) werkte dertien jaar als meubelmaker toen hij zijn leven in Syrië achter zich liet. Gevlucht voor de oorlog bouwt hij met zijn vrouw en dochtertje een nieuw bestaan op. Maar makkelijk is dat niet. Via Agros kon hij aan de slag bij Meubels & Maatwerk in Zwanenburg. Zijn werkgever Benjamin Bloeming. “Hij is verder dan menig meubelmaker na vier jaar vakschool. Hij heeft het echt in zijn vingers en bovendien veel ervaring.”

 

Firas leerde alles in de praktijk. “Ik stopte op mijn 15e met school. Mijn broer werkte als meubelmaker, mijn ooms ook. Het was een logische keuze. En ik houd van mooie dingen maken.” Maar de oorlog maakte het onmogelijk in Syrië te blijven. “Ik wist niet waar ik naartoe zou gaan, maar wel dat ik weg moest. Mijn broer zat op dat moment al in Turkije, dus daar begon ik.” In acht maanden Turkije lukte het Firas niet een bestaan op te bouwen. Werk vinden was moeilijk. “Het ging niet goed daar. Toen zijn mijn vrouw en ik naar Nederland gekomen.”

Meer dan een beetje moeilijk

Het eerste jaar woonden ze in een asielzoekerscentrum. Firas leerde er Nederlands. “Het is echt meer dan een beetje moeilijk. Alles is anders. En Nederlands schrijven is misschien nog wel lastiger dan spreken. Het Arabisch schrift is heel anders dan het Nederlandse.” Wie met Firas praat merkt dat hij de Nederlandse taal al behoorlijk beheerst, maar nog niet volledig. Dat maakte het moeilijk om werk te vinden. Via het project Aan de Slag van de gemeente Haarlem kwam hij bij Agros terecht. Jette de Jong is vestigingsmanager bij Agros Haarlem. Ze vertelt. “Voor statushouders is de weg naar betaald werk vol obstakels. Ze spreken de taal nog niet goed genoeg en kennen de weg naar werkgevers niet. Aan ons de taak om uit te zoeken waar iemands expertise ligt en wat hij daar in Nederland mee kan doen. Bij Firas was dat meubelmaken. Reïntegratieconsulent Isa is daarop vacatures gaan jagen voor een werkervaringsplek. Op zoek naar een werkgever die hem de kans wil geven.’’

Broodbaan of droombaan?

Nu wilde Isa voor Firas meer dan een broodbaan. Ze zette in op zijn droombaan. “Isa heeft heel erg haar best gedaan om me bij een echte meubelmaker te krijgen”, vertelt Firas. Benjamin vult aan: “Ze had Firas prima in de bouw aan werk kunnen helpen, maar ze begrijpt goed wie hij is en wat hij in zijn mars heeft. Toevallig had ik een vacature die precies bij hem paste.” Jette de Jong: ,,Een werkervaringsplek is belangrijk om uit te vinden of iemands kennis en kunde ook hier in Nederland toepasbaar zijn. In Firas’ geval was dat zeker zo. Van daaruit kun je dan verder.’’ Voor Benjamin was het daarbij geen probleem dat Firas zijn Nederlands nog niet perfect was: “We hebben elkaar leren kennen en hadden een goede klik. Dat is belangrijk. En verder spreken zijn handen voor zich.” Toch zet Agros in op een goede taalbasis. Jette: “Bij Agros vinden we het belangrijk dat de opleiding voorrang krijgt op fulltime werk. Eerst zorgen dat je je inburgering hebt voltooid en alle examens Nederlands hebt afgerond. Van daaruit kun je je volledig richten op de toekomst. Leren en werken combineren is overigens wel een goed idee. We zien dat het een enorme vooruitgang teweeg kan brengen als mensen de taal op school leren en die tegelijkertijd in de praktijk toepassen. Zo halen ze sneller hun inburgering en het helpt ze ook om makkelijker in te stromen bij werkgevers of een vervolgopleiding.”

Allebei profijt

Of Firas in Nederland kan blijven is nog onduidelijk. “Ik heb nu een status voor vijf jaar. Daarna hangt het van de situatie is Syrië af. Als het daar rustiger is moet ik misschien terug.” Hij mist Syrië wel. “Dat is zo, maar inmiddels bouw ik hier een bestaan op. Mijn dochtertje is hier geboren. Ik heb een huis en hoop binnenkort mijn rijbewijs te halen. Ik weet eigenlijk niet of ik nog terug wil. Daar komt bij dat de Nederlandse regering de regels nog wel eens verandert. Eigenlijk weet je nooit echt waar je aan toe bent.” Firas wacht het lot niet af en blijft aan zijn toekomst werken. Of die nu hier ligt of in Syrië. Benjamin: “Firas werkt eigenlijk aan alles mee, in de werkplaats en bij klanten thuis. Als meubelmaker wil ik niet alleen iets maken, ik wil iets esthetisch neerzetten. En het moet op de millimeter nauwkeurig. Dat zie ik terug in Firas. Hij kan ook tekenen, maar met de hand. Hij heeft bijvoorbeeld nog niet met het programma Autocat gewerkt.” Firas zegt bescheiden dat hij dat misschien wel zou kunnen leren. “Ja, tuurlijk”, antwoordt Benjamin. En zo worden nieuwe doelen geboren. Voorlopig blijft Agros Firas en Benjamin ondersteunen waar nodig. Bijvoorbeeld in de overstap naar meer uren in de week. Benjamin wil in ieder geval graag uitbreiden. “Dat zou ik geweldig vinden. De zaken gaan goed. Dat is prettig voor mij, maar dat betekent ook dat ik werk heb voor Firas. Zo hebben we hier allebei profijt van.”

Overzicht succesverhalen